Het glazen muiltje zat Assepoester als gegoten, maar is dat ook met jouw wandelschoen het geval?
Wandelschoenen vragen een specifieke aandacht omdat de voeten tijdens een wandeltocht extra zwaar belast worden. Hoe langer de afstand hoe groter de belasting is. Ook het soort parcours (plat, hellingen, bergen, ondergrond) gaat meespelen in welke mate de voeten extra belast worden. Bovendien heeft iedereen een andere lichaamsbouw, verschillende voeten, en een eigen stappatroon. Reden te meer om zeker goed te overwegen welke stapschoen aan te schaffen.
Houd zeker rekening met de volgende vragen als je wandelschoenen aankoopt.
Uit welk materiaal worden wandelschoenen gemaakt? Leder of kunststof?
Bijna alle wandelschoenen zijn gemaakt uit leder of cordura (kunststof). Leder is een natuurlijk materiaal. Cordura is een sterk geweven stof die meestal uit nylon bestaat.
De eigenschappen van leder zijn:
- Is slijtvast, mits goed onderhoud uitstekend waterdicht.
- Stevig ademend.
- Geeft een prima ondersteuning aan de enkels.
- Leder is wel wat prijziger
Eigenschappen van cordura zijn:
- Ademt beter dan leder.
- Droogt sneller, zijn lichter en soepeler.
- Om cordura waterdicht te maken wordt een membraam of een waterafstotend laagje aangebracht, waardoor het ademend vermogen iets afneemt.
- Deze synthetische variant is minder prijziger
Aan de wandelschoenen die tentoongesteld worden in de speciaalzaken merkt u vaak dat er een label aan bevestigd is met de vermelding “Gore-tex”. Wanneer we over “Gore-tex” praten hebben we het over het waterafstotend membraam en de tevens ademende functie van dat membraam.


De eigenschappen van het Gore-tex membraam zijn:
- Het bestaat uit een dun laagje polytetrafluorethyleen (in de volksmond “Teflon” genaamd).
- Het zit vast aan een bovenstof en aan een voering.
- Het membraam is duurzaam en bovendien wind- en waterdicht
- Het membraam laat waterdamp door, wat dus het ademend vermogen is en dus het transpiratievocht van de voeten afvoert .
Hoe ziet de constructie van een wandelschoen er uit?
Een wandelschoen is opgebouwd uit volgende hoofdonderdelen: de zool, de voering, een tussenlaag en een bovenlaag (zie illustratie).


Meer specifiek hebben we de volgende lagen:
- De loopzool, die bestaat uit slijtvast rubber en zorgt voor een goede grip en frictie.
- De spuitzool heeft als functie te zorgen voor een stabiele demping.
- Een stabiliserende laag is een uit kunststof gevormd geraamte dat zorgt voor juiste torsie-stijfheid en een goede afwikkeling van de voet.
- De Inlegzool is slijtvast en heeft een comfortabele katoenen bovenlaag. Heeft als functie het vocht op te nemen en te zorgen voor een aangenaam gevoel.
- De schacht, zoals reeds vermeld bij de vraag “Welk materiaal” bestaat de schacht uit leder of synthetisch materiaal. Vaak ook een combinatie van beide.
Welke categorie wandelschoenen bestaan er? Het dilemma van de keuze.
“A,B,C, easy as 1,2,3”. Misschien zongen de Jacksons wel niet over het alfabet, maar over wandelschoenen?
Het alfabet van de stappers?
Voor men een wandelschoen aanschaft dient men zich de vraag te stellen: waarvoor welke wandeltochten ik ze vooral wil gebruiken. Voornamelijk vlak parcours of heuvelachtig, of de combinatie van beiden? Vooral verhard of onverhard, of de combinatie van beiden? Zware bergtochten of trekking tochten?
De juiste maat en een goede pasvorm dragen bij tot een succesvolle tocht.
Wandelschoenen worden immers internationaal onderverdeeld in categorieën. De belangrijkste zijn A,B en C. De tussencategorieën A/B en B/C vormen een combinatie van de twee.
De volgende illustratie is een hulpmiddel om de juiste keuze van wandelschoen te maken.

- D= geschikt voor hooggebergte, sneeuw, rotsen, zolen zijn onbuigzaam
- C= geschikt voor trektochten in gebergte, robuuster, zolen erg stijf
- B= geschikt voor heuvelachtig gebied, meer steun, stijvere zolen (maak hier best de keuze voor een hoog model)
- A= geschikt voor vlakke wegen/bospaden, licht, soepele zool, lage schoen
Tekst Luc van de Cauter / Foto’s Lowa & Berghen Shoes